Page 172 - Pater Hubert Gulickx
P. 172

De inhoud was voor de censor geen gevaar voor mijn                                                                                           Dat streelde mijn ijdelheid en mijn verlangen om geliefd te

              mogelijke roeping tot het priesterschap. Mijn liefde voor het                                                                                zijn bij de mensen. Bovendien werd ik door afstand te


              blonde meisje dat in Zevenbergen woonde was volkomen                                                                                         houden in eigen ogen steeds meer de geschikte partner voor

              vrij van sexuele of erotische lust. Door die verliefdheid werd                                                                               het meisje van mijn dromen. Tegen haar had ik nog steeds


              ik als witte raaf op sexueel gebied nog meer beschermd. Die                                                                                  niet durven zeggen dat ik van haar hield. Ik werd tegen-

              eerste liefde heeft er wel voor gezorgd dat ik op het einde                                                                                  gehouden door angst voor een afwijzing. Dat zou het einde


              van de retorica niet wilde kiezen voor de priesteropleiding.                                                                                 betekent hebben van mijn dromen over een zalig geluk. Het

              Tegen het aandringen van mijn biechtvader Geerts die mij                                                                                     bleef bij brieven met anekdotes en tussen het wit van mijn


              juist zeer geschikt vond. Ik kon hem niet vertellen dat ik de                                                                                geschreven regels de onuitgesproken hoop dat wij samen

              toekomst open wilde houden voor de ideale liefde waarvan                                                                                     heel gelukkig zouden worden. Het met de bus op en neer


              ik droomde. Tussen haar, de blonde maagd en mij, de witte                                                                                    reizen naar Tilburg, de handel in sigaretten en nylonkousen,

              raaf onder de jonge mannen. Beiden hoog verheven boven de                                                                                    de deviezenhandel van Belgische francs en guldens, het


              sex als aardse lust. In die ongerepte staat van kuise jongeling                                                                              werken in de bakkerij en het bezorgen van brood en gebak

              ging ik als student naar Tilburg. Ik werd lid van het                                                                                        bracht mij wel in contact met de naoorlogse golf van feesten

              studententoneel dat onder de regie van Bert Dijkstra voor                                                                                    en vertier. De inhaalrace van een generatie die vijf jaar lang


              het eerst na de oorlog een opvoering gaf. Ik kreeg de rol van                                                                                was opgesloten in soberheid en beklemming. Ik leerde

              jeune premier in het toneelstuk waarin ik vele vrouwen het                                                                                   dansen en het lijfelijk contact met meisjes bracht het begeren


              hoofd op hol bracht. Op het toneel want tijdens de repetities                                                                                in mijn bloed. Ik werd aangetrokken door de warmte van het

              en op de kamers van de meespelende meisjesstudenten bleef                                                                                    mysterie dat schuil ging in meisjesblouses en onder


              ik de kuise jongeman. Die meisjesstudenten zullen destijds                                                                                   meisjesrokken. Vrijend en elkaar opwarmen met vochtige

              wel gedacht hebben dat ik een uitzondering was op de regel                                                                                   monden leerde mij het orgasme zonder mij bloot te geven.


              van de vrij-grage studenten. De witte raaf van Hoogstraten                                                                                   De witte raaf werd een bonte hond die met veel meisjes

              neergestreken in Tilburg. Ik voelde wel de erotische                                                                                         vrijde. Zonder een binding aan te gaan. Want op de achter-


              spanning die er van mij uitging naar die meisjes maar voor                                                                                   grond van alle flirten bleef de grote, onuitgesproken liefde.

              mij was ‘een aantrekkelijke jongeman’ te zijn voldoende.





    -172-                                                                                                                                                                                                                                                                      -173-
   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177