Page 176 - Pater Hubert Gulickx
P. 176
De liefde in de omgang met elkaar harmoniseren met de
sexualiteit ging niet. Dat mocht en kon niet in die jaren.
Over die moeilijkheid heb ik, vanuit eigen ervaring, later als
pastor dikwijls gepraat met mannen en vrouwen die al lang
getrouwd waren en het probleem kenden. Zoals een man het
uitdrukte: "Toen ik verkering had zag ik tegen mijn meisje
op als een heilige maagd. Toen ik getrouwd was en met
haar mocht slapen wist ik mij geen raad. Zij kon mij die
raad niet geven. Wij konden elkaar niet over de kuisheids-
drempel tillen die wij samen in zeven jaar verkering hadden
opgebouwd. Zo is het gekomen dat wij wel kinderen hebben
maar nooit vreugde hebben beleefd aan de samenleving."
Zo vertelde die man en ik geloof dat het mij ook zou zijn
overkomen als die droom van een kermisavond werkelijk-
1972
heid zou zijn geworden. Wij maakten onze verkering uit en
ik heb die mislukte liefde pijnlijk ervaren. Daarna kreeg ik
nog verkering met een meisje uit Tilburg. Maar ook met haar
kon ik mijn geluk niet vinden. Op een avond, in het Mastbos
in Breda, na een feestavond en vrijen kwam plotseling de
gedachte bij mij op: ik wil priester worden. Daarin ligt mijn
toekomst. Ik had, diep in mij, weer een ideaal om voor te
leven. Een hoopgevende en tegelijk beangstigende roeping.
De heilige Hubertus was in het bos tijdens een jacht bekeerd.
Hij met een hert en ik met een meisje. Je zou zeggen dat
v.l.n.r.:
Nonkel Jos bij mijn doop niet vergeefs heeft gefraudeerd. jos feller, hubert gulickx, gerard hilberts, annelies aalbers, jacques pennings, jeannette codolban
-176- -177-