Page 171 - Pater Hubert Gulickx
P. 171

De Latijnse en de Nederlandse teksten leerde ik vlot van  Ik beschouwde mijzelf als een witte raaf in het veld van de

 buiten. Met al deze vaardigheden kon ik ouders, familie en  sex en de onkuisheid die bij elkaar hoorden. Elke morgen,


 de mensen behagen. Hubert was een aardige jongen en wilde  voor de mis begon, zaten in Hoogstraten rijen jongens voor

 dat ook graag zijn. Ik kon en kan van slag zijn als iemand  de biechtstoel. Die moesten van hun zonde worden verlost


 mij niet mag. De stomp van zuster Benigna sloeg mijn  om te communie te kunnen gaan. Toen begreep ik niet

 kinderlijke genegenheid stuk. Ik wens dat iedereen mij  waarom die jongens te biechten gingen buiten de daarvoor


 aardig vind en dat kan natuurlijk niet. Pastoors werden door  vastgestelde tijden. Dat heb ik pas later kunnen duiden. Ik

 de mensen aardig gevonden ook als het tyrannen waren. Dus  ben nog altijd dankbaar dat ik een witte raaf was. Gespaard


 lag de roeping tot pastoor in de lijn van mijn toekomst-  voor alle angsten en zorgen die de biechtelingen van toen

 dromen. Een aardige priester waar de mensen allemaal van  zeker hebben gekweld. In het begin van de oorlog werd ik


 zouden houden. Zo ging ik naar Hoogstraten en werd daar  tijdens een vakantie verliefd. Een puberale verliefdheid

 een student die met professoren en medeleerlingen goed kon  waarover ik met niemand kon of durfde praten. Mijn


 opschieten. Voor de vrijetijdsbesteding werden wij  platonische liefde was ook te verheven om onder aardse

 ingedeeld in compagnieën. Op de speelplaats moest je met  woorden uit te spreken tot het meisje dat mijn hart en mijn

 die companen voetballen, knikkeren of kaatsen. Over de  dromen op hol bracht.


 kuisheid en de zonde van onkuisheid werd veel gepreekt en  Het bleef een onuitgesproken verlangen dat schuil ging

 gepraat maar niets gezegd. Vrienden kwamen mij vertellen  onder een jeugdvriendschap. Vanuit Hoogstraten schreef ik


 over hun ervaringen met masturbatie. Ook over meisjes en  wel eens een brief en ontving dan een antwoord. De inhoud

 hoe die geen piemel hadden maar een spleet. Ik luisterde  van die brieven ging over school en over boeken: Vlaamse


 maar had verder geen enkele neiging om op sexgebied te  schrijvers die zij niet kende en waarmee ik mijn kennis over

 experimenteren. In een gebedenboek voor jongens dat in  litteratuur kon etaleren. Brieven werden in Hoogstraten


 Hoogstraten werd gebruikt stond er van alles over de deugd  gecensureerd. Wij moesten de uitgaande post open inleveren

 van kuisheid. De jongens konden het daar knap lastig mee  en wij ontvingen de binnenkomende post netjes open-


 krijgen. Was dat niet het geval dan was die jongen een witte  gesneden. Nooit heb ik over die briefwisseling met een

 raaf.        meisje commentaar gekregen.





 -170-                                                                                                                            -171-
   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176