Page 183 - Luchtbrug naar het Verleden
P. 183
Ons Waterloo -vervolg-
Eenmaal uit het kleedhok begeeft iedereen zich over de glibberige
tegelvloer naar de douches aan de kant van het diepe. Douchen is
verplicht en het is zeker geen pretje. Het ijskoude kraanwater spoelt de
behaaglijke, tropische warmte van de kleedhokjes op slag van ons af.
Rillend en klappertandend zoeken we gedisciplineerd de plek op die
het stadium van onze vorderingen aangeeft. Er zijn drie categorieƫn: het
ondiepe, voor de beginners, het diepe, voor de gevorderden en het
tussenstadium bij de ketting in het midden, voor de twijfelgevallen. De
losjes in het water hangende ketting is een magische grens.
Het groepje in het ondiepe wordt door de klas vol medelijden bekeken.
Ze staan onder de hoede van een al even strenge badjuf en het wil maar
niet lukken met dat drijven, met of zonder houten plankje. Ook bij de
rugslag gaan ze nog voortdurend kopje onder zodat de juf hen ongedul-
dig en hardhandig bij de voeten pakt en hun benen stevig in de vorm
van een groot wiebertje duwt. Dat houdt ze net zo lang vol tot de
ongelukkigen zelf in staat zijn om hun knieƫn boven het water-
oppervlak uit te laten komen.
Tot mijn grote verrassing mag ik me al na enkele weken bij de
gevorderden voegen. Mijn A-diploma ligt thuis in de la. Nu zijn we
aan het oefenen voor de volgende stap: diploma B. Met duiken in het
diepe, tien meter onder water zwemmen, een minuut watertrappelen
met mijn handen boven het hoofd en ook nog eens die moeilijke
borstcrawl, lijkt het B-diploma voor mij geen echt haalbare kaart. De
haak namelijk, die de badmeester als Neptunes hanteerde en ons van de
ondergang kan redden, ligt nu onaangeroerd langs de rand van het bad.
Hooguit bij een onverwachte paniekaanval wordt hij nog tevoorschijn
gehaald.
-182- -183-