Page 176 - Luchtbrug naar het Verleden
P. 176
In “Ons Waterloo” maakt de schrijfster ons deel
van de strijd die ze iedere week met het
schoolzwemmen moet voeren. Ze krijgt er de
14 avond ervoor een afschuwelijke steen van in haar
maag, De wekelijks terugkerende zwemles op
school is een foltering.
Dan komt de redding, ze valt en breekt haar arm.
Het betekent het roemloos einde van haar
zwemcarrière en kan ze eindelijk weer als een
roos slapen. Heerlijk, geen zwemles meer!
Uit: Ons Waterloo
Links naast de ingang zijn de raampjes van het
binnenbad te zien. De vijftig meters tot het badhuis,
die ons nog resten zijn geplaveid met angst en
onbehagen. Een hellegang zonder
ontsnappingsclausule. Ik druk mijn rechterhand, die in
de hand van mijn vriendinnetje rust, iets steviger in
die van haar. Een gebaar dat ze met een wederdruk Sportfondsenbad
Ons Waterloo
bevestigt. Vriendinnen begrijpen elkaar. De beelden
van het griezelig diepe water dat onheilspellend tegen
de rand klotst, de indringende geur van chloor en de
bullebak van een zwemleraar spoken door mijn hoofd.
De wekelijks terugkerende zwemles op school is een
foltering.
-176- -177-