Page 110 - Pater Hubert Gulickx
P. 110
de man of vrouw die hun zonden belijden; dat greep mij het
meest aan. Mensen die vertellen wat in hun ervaring zonde
is. Voor het eerst gebeurde dat in de kerk van Mariaweide
toen ik daar retraite hield om klaar te zijn voor een
benoeming. De kerk van Mariaweide was een biechtkerk.
De hele dag was er gelegenheid tot biechten. De mensen
konden als er geen pater in de kerk was, op een belletje
drukken om een biechtvader te roepen. Tijdens de retraite
op Mariaweide in de zomer van 1963, waaraan ook mijn
klasgenoot Louk Janssen deelnam, zaten wij samen als jonge
paters veel in de kerk om de binnenkomende biechtelingen
op te vangen. Nu de praktijk van het biechten bij de meeste
katholieken is verdwenen kan de vraag opkomen wat er dan
zo bijzonder was aan het biechten van toen en aan die
ingrijpende ervaring van het biechthoren van mij. Het
bijzondere zat erin, denk ik, dat vele jongeren en ouderen
gewoontegetrouw in mijn biechtstoel binnen stapten met de
bedoeling hun zondelijstje op te zeggen en de penitentie met
absolutie te ontvangen. Zo kon het biechten verlopen, maar
ik gaf wel op mijn wijze de ruimte om wat meer te vertellen.
Zodoende kwamen er gesprekken op gang die het gebrui-
kelijke belijden en absolutie krijgen overstegen. Tijdens de
week van de retraite waren er al die vroegen om het gesprek Een biechtstoel.
dat in de biechtstoel begonnen was voort te zetten in de
spreekkamer.
-110- -111-