Page 115 - Pater Hubert Gulickx
P. 115

Over die periode van schuld, angst en panische ontzetting


 om wat er allemaal met je als jongen gebeurde.

 Terugblikkend zegt hij: dat toespitsen van het zondebesef op

 erotiek en sexualiteit is toch eigenaardig. Als je met


 nieuwjaar de krantenbezorger niets geeft dan is dat tien maal

 erger. Als je nu op die tijd terugkijkt, zo gaat Bomans


 verder, dan werd er door de priesters en de ouders alleen

 maar vaag over sexualiteit gesproken. Het waren zonden


 tegen de heilige deugd. Als men het had over de wereld en

 de zonde dan vulde je vanzelf een vrouw in. Dat alles heeft


 volgens Bomans geleid tot geruisloze afval van mensen die

 onder die kerkelijke moraal hebben geleden. Die mensen


 zeggen kwaad: "ze hebben ons wat wijs gemaakt''. Van der

 Plas antwoordt daarop dat de priesters ook niet beter wisten.


 Hij stelt het instituut er voor verantwoordelijk. Tot zover

 Godfried en Michel over biechten. In ben in de gelukkige


 omstandigheid geweest dat ik bij het biechthoren van het

 begin af aan wel beter wist. Wij hadden op het Albertinum

 al geleerd dat het zesde en het negende gebod naar de


 achterste regionen van het zondeveld konden worden


 geschoven. Ik heb altijd de blijde boodschap van de

 bevrijding verkondigd. Voor allen die het horen wilden. Als

 de opmerking kwam: "Hoe komt het dat u anders denkt en


 oordeelt dan andere biechtvaders?" dan zei ik: "In de kerk is

 er veel vernieuwd.“





 -114-                                                                                                                            -115-
   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120