Page 167 - Luchtbrug naar het Verleden
P. 167

Onderste Molen.







 Begin jaren 60, in de tijd dat ik de lagere school bezoek, zijn

 de zomers in mijn herinnering altijd lang en komt de zon


 iedere dag met bakken uit de hemel. Alle mensen die ik ken,

 blijven in de zomervakantie dan nog dicht bij huis. Zo ook


 ons gezin. De enige uitstapjes die we ons kunnen veroorloven

 gaan naar de omliggende natuurgebieden aan de rand van de


 stad. De prachtige, groene buitenruimte, die Venlo rijk is. Het

 gebied van de Bovenste en Onderste Molen bijvoorbeeld

 hoort daar steevast bij. Ook in de weekends gaan we vaak


 daarheen op pad.



 Als ik zes jaar ben, neemt mijn vader me elke zondagmorgen,

 samen met mijn vriendinnetje Trudi en mijn jonger broertje


 van vier, mee voor een wandeling die doorgaans dezelfde

 kant uit voert. Nadat we van ons zondagsgeld snoep hebben


 mogen kopen in het winkeltje van de kapper op de hoek,

 maken we ons op voor een tochtje te voet naar de Onderste en


 Bovenste Molen. Bij de Ganzenstraat passeren we de

 onbewaakte overweg en lopen in de richting van de


 eeuwenoude molen die recht voor ons opdoemt. Het huis ligt

 in een stukje lager dan de weg in een kom en staat er


 moederziel alleen. Het wordt bewoond door de familie

 Michels. Van deze afstand al horen we het gekrijs van de  Onderste Molen, 1902


 pauwen in de wei achter de molen.



 -166-                                                                                                                            -167-
   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172