Page 166 - Luchtbrug naar het Verleden
P. 166
Onderste Molen.
Begin jaren 60, in de tijd dat ik de lagere school bezoek, zijn
de zomers in mijn herinnering altijd lang en komt de zon
iedere dag met bakken uit de hemel. Alle mensen die ik ken,
blijven in de zomervakantie dan nog dicht bij huis. Zo ook
ons gezin. De enige uitstapjes die we ons kunnen veroorloven
gaan naar de omliggende natuurgebieden aan de rand van de
stad. De prachtige, groene buitenruimte, die Venlo rijk is. Het
gebied van de Bovenste en Onderste Molen bijvoorbeeld
hoort daar steevast bij. Ook in de weekends gaan we vaak
daarheen op pad.
Als ik zes jaar ben, neemt mijn vader me elke zondagmorgen,
samen met mijn vriendinnetje Trudi en mijn jonger broertje
van vier, mee voor een wandeling die doorgaans dezelfde
kant uit voert. Nadat we van ons zondagsgeld snoep hebben
mogen kopen in het winkeltje van de kapper op de hoek,
maken we ons op voor een tochtje te voet naar de Onderste en
Bovenste Molen. Bij de Ganzenstraat passeren we de
onbewaakte overweg en lopen in de richting van de
eeuwenoude molen die recht voor ons opdoemt. Het huis ligt
in een stukje lager dan de weg in een kom en staat er
moederziel alleen. Het wordt bewoond door de familie
Michels. Van deze afstand al horen we het gekrijs van de Onderste Molen, 1902
pauwen in de wei achter de molen.
-166- -167-