Page 127 - Pater Hubert Gulickx
P. 127
Tegen de herfstvakantie liep de orde in een tweede klas uit Terwijl vanuit de Rijks met meer dan grote ijver gewerkt
de hand. Ik stuurde een jongen naar de directeur. De Vries werd om de katholieke machten niet voor het hiƫrarchische
kwam hem terugbrengen met de mededeling dat die hoofd te stoten. De Rijks mocht mij als pater Dominicaan
boosdoener mij wel mocht en zeer ontdaan was dat ik hem gebruiken. Als katholieke vlag en pauselijke wimpel om bij
de klas had uitgestuurd. de jaarlijks terugkerende campagne leerlingen te werven.
Harrie Korsten, een jonge Verschillende ouders hebben mij verteld dat zij hun kinderen
geschiedenisleraar die de orde wist te naar de H.B.S. durfden sturen omdat er een pater aan
handhaven, leerde mij de regels van een verbonden was. Van mijn kant hemelde ik de Rijks met
klas aanpakken. Omdat hij geschiedenis handen en voeten op als een heel goede school. Na twee jaar
gaf, konden wij onze lessen op elkaar ging directeur de Vries weg. Zijn opvolger werd een jonge
afstemmen. Dat verhoogde de zinvolheid leraar aardrijkskunde uit Groningen,
van wat ik verder eenvoudiger en meer Cooijmans. De mammoetwet kwam door
aangepast aan hun denkraam ging de Kamers en de Rijks zocht aansluiting bij
vertellen. Met de leerlingen uit de hoogste klassen kreeg ik de openbare Mulo. De school groeide en
spoedig een goed contact. Zij openbaarden aan mij waar zij de naam werd gewijzigd. Van Rijks H.B.S.
in de werkelijkheid van alle dag mee bezig waren. Over de tot Rijks Scholengemeenschap met Mavo,
verhoudingen thuis en ook over de verhoudingen op school Havo en V.W.O. afdelingen. Terwijl ik in
met de leraren. Hoe de ene leraar zus was en de andere zo. de Rijks mijn weg zocht als leraar ontstond
leder met een eigen gebruiksaanwijzing. Van hen leerde ik in Amsterdam de provobeweging. Vanaf
ook hoe de Rijks zich verhield tot de bijzondere scholen. 1965 tot 1967. Samen met de leerlingen
Die waren katholiek en stonden bij de burgerij veel hoger in volgde ik die ludieke opstand tegen de
aanzien. De pastoors en de kapelaans en ook de paters keken autoriteiten van allerlei slag. In ons
met een laatdunkend oog tegen de Rijks aan. Voor de bloei klooster waren de paters verontwaardigd
van het godsdienstige leven kon dat geen goede school zijn. over de handel en wandel van het langharig
werkschuw tuig.
-126- -127-