Page 45 - Luchtbrug naar het Verleden
P. 45

Bovenburen  -vervolg-





 Tot die tijd heeft ieder zijn eigen besognes in zijn eigen


 gedeelte van het pand.



 Voor mij als kleuter van drie turven hoog is de bovenetage

 een enorme trekpleister. Iedere dag ben ik erop gebrand in


 een onbewaakt ogenblik naar boven te glippen. De knusse

 huiskamer met de roodgestookte haard in de winter verandert


 in de zomer in een zonovergoten vertrek. Het is voor mij een

 veilig en behaaglijk toevluchtsoord. Antieke meubeltjes en

 decoratieve spulletjes verfraaien de ruime kamer. Een


 porseleinen uil heeft mijn bijzondere belangstelling.

 Schoorvoetend vraag ik, of ik hem even in mijn handen mag


 houden. Het tikken van de pendule op de kast begeleidt dit

 dagelijkse ritueel en maakt het tot een spannend moment.


 Op diezelfde kast staan ook een porseleinen dame en heer,

 door wie ik eveneens ben geïntrigeerd. De statige, opgedirkte


 vrouw is gekleed in een roze japon uit het einde van de 19e

 eeuw en de man, met het gezicht van een aap, draagt een


 verkreukeld, bruin pak. Hun functie gaat schuil achter deze

 uitdossing aan de buitenkant. Het zijn schenkkannen voor


 jenever. Een tuitje in de mond van de aapman biedt een

 opening voor het uitgieten van het alcoholische vocht. Oom


 heeft de volgende verklaring voor deze onbegrijpelijke

 liaison tussen beide echtelieden:                 De porseleinen dame en heer.





 -44-                                                                                                                              -45-
   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50