Page 44 - Luchtbrug naar het Verleden
P. 44
Bovenburen -vervolg-
Tot die tijd heeft ieder zijn eigen besognes in zijn eigen
gedeelte van het pand.
Voor mij als kleuter van drie turven hoog is de bovenetage
een enorme trekpleister. Iedere dag ben ik erop gebrand in
een onbewaakt ogenblik naar boven te glippen. De knusse
huiskamer met de roodgestookte haard in de winter verandert
in de zomer in een zonovergoten vertrek. Het is voor mij een
veilig en behaaglijk toevluchtsoord. Antieke meubeltjes en
decoratieve spulletjes verfraaien de ruime kamer. Een
porseleinen uil heeft mijn bijzondere belangstelling.
Schoorvoetend vraag ik, of ik hem even in mijn handen mag
houden. Het tikken van de pendule op de kast begeleidt dit
dagelijkse ritueel en maakt het tot een spannend moment.
Op diezelfde kast staan ook een porseleinen dame en heer,
door wie ik eveneens ben geïntrigeerd. De statige, opgedirkte
vrouw is gekleed in een roze japon uit het einde van de 19e
eeuw en de man, met het gezicht van een aap, draagt een
verkreukeld, bruin pak. Hun functie gaat schuil achter deze
uitdossing aan de buitenkant. Het zijn schenkkannen voor
jenever. Een tuitje in de mond van de aapman biedt een
opening voor het uitgieten van het alcoholische vocht. Oom
heeft de volgende verklaring voor deze onbegrijpelijke
liaison tussen beide echtelieden: De porseleinen dame en heer.
-44- -45-