Page 144 - Luchtbrug naar het Verleden
P. 144
Manders Meubelen -vervolg-
Het vele zilverwerk en het licht dat door de halfgesloten
rolluiken op het bloementapijt valt, betoveren mijn
kinderogen.
Eén van de stukken, een koffiestel van Pruisisch zilver, pronkt
nog steeds bij mijn moeder op het dressoir. Het erfstuk, dat
mijn vader kreeg uit handen van mijn oudtante voor bewezen
diensten, hebben mijn ouders met liefde bewaard.
Mijn oudoom ken ik vooral met een hoed op en een sigaar in
de mond. Het is een statige man en zijn haarkleur is licht.
Deze oom van mijn vader is een aardige, maar door zijn
functie en leeftijd, voor mij onbereikbare man, die het altijd
Leo en Zus
druk heeft. Bezig met belangrijke zaken die ik niet begrijp. Manders, 1940.
Ome Lei en tante Zus hebben twee dochters. Ze zijn een
stuk ouder zijn dan ik. Als ik naar de kleuterschool ga, gaat
de jongste, Desi al naar de vierde klas. Zij krijgt door haar
ouders de taak van kindermeisje toebedeeld en ze moet mij 1937
elke dag veilig op de meisjesschool aan de Tegelseweg Kruispunt Sloot-Antoniusstraat
afleveren. Voordat ze de deur uitgaat, stopt ze altijd een paar
suikerklontjes in haar zak voor het paard van de melkboer dat
we onderweg naar school tegenkomen. Ze is helemaal gek
van paarden. Vandaar misschien wel haar eigen paardenstaart.
Iets waarom ik haar benijd. Die dikke, blonde manen zo
achter op haar hoofd.
-144- -145-