Page 145 - Luchtbrug naar het Verleden
P. 145

Manders Meubelen  -vervolg-







 Het vele zilverwerk en het licht dat door de halfgesloten

 rolluiken op het bloementapijt valt, betoveren mijn


 kinderogen.

 Eén van de stukken, een koffiestel van Pruisisch zilver, pronkt


 nog steeds bij mijn moeder op het dressoir. Het erfstuk, dat

 mijn vader kreeg uit handen van mijn oudtante voor bewezen


 diensten, hebben mijn ouders met liefde bewaard.

 Mijn oudoom ken ik vooral met een hoed op en een sigaar in

 de mond. Het is een statige man en zijn haarkleur is licht.


 Deze oom van mijn vader is een aardige, maar door zijn

 functie en leeftijd, voor mij onbereikbare man, die het altijd
                                                                                                                  Leo en Zus
 druk heeft. Bezig met belangrijke zaken die ik niet begrijp.                                                     Manders, 1940.

 Ome Lei en tante Zus hebben twee dochters. Ze zijn een


 stuk ouder zijn dan ik. Als ik naar de kleuterschool ga, gaat

 de jongste, Desi al naar de vierde klas. Zij krijgt door haar


 ouders de taak van kindermeisje toebedeeld en ze moet mij  1937

 elke dag veilig op de meisjesschool aan de Tegelseweg  Kruispunt Sloot-Antoniusstraat


 afleveren. Voordat ze de deur uitgaat, stopt ze altijd een paar

 suikerklontjes in haar zak voor het paard van de melkboer dat


 we onderweg naar school tegenkomen. Ze is helemaal gek

 van paarden. Vandaar misschien wel haar eigen paardenstaart.


 Iets waarom ik haar benijd. Die dikke, blonde manen zo

 achter op haar hoofd.





 -144-                                                                                                                            -145-
   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150