Page 189 - Van Maagdenberg tot Leutherberg
P. 189

Dus is het bij mij wel eens voorgekomen dat ik 'per ongeluk' vergeten was  Velen van ons waren ook bij de welpen en later bij de verkenners. Het HK
 om naar de kerk te gaan. De eerste keer kan ik me nog herinneren, mijn  (hoofdkwartier) van deze groepen lag aan de zijkant van het
 ouders, éérder dan ikzelf, wisten dat ik niet ter kerke was geweest. Pastoor  Patronaatsgebouw. Onderin zaten de welpen en daarboven via zelfgemaakte
                laddertjes leefden de padvinders. Hopman Jeu Sniers woonde in de
 (Gommans) stond al thuis op de stoep, voor ik er erg in had. Straf zal ik
                Manresastraat. Zaterdags kwamen deze groepen bijeen en deden dan
 uiteraard hiervoor wel gehad hebben, maar dit weerhield ons er niet van
                gezamenlijk spellen en andere buitenactiviteiten. Ik meen dat we in de
 toch de gaan "slidderen", want zelfs thuis hadden ze later toch wel begrip
                Paasvakantie wel altijd mee moesten doen aan "Heitje voor een karweitje"
 voor onze voorkeur van sneeuwgenot. Overigens waren de kapelaans wel  Je ging dan de huizen langs en vroeg de bewoners of ze nog een karweitje

 bijzonder jofele kerels.  hadden. Soms kreeg je een klein klusje, maar het kwam ook voor dat je
                voor zo'n rottig heitje de hele middag in touw moest zijn. Maar goed we
 In datzelfde gat van kolenhandel de Bruijn is eens een keer de dagelijkse  wisten niet beter. Later is het HK later verhuisd naar een nieuw onderkomen
 paardenwagen van groenteman Gerrit Snetselaar van de Kaldenkerkerweg,  in de driehoek aan de Merelweg, Wielewaalweg en Lijsterweg.

 naar beneden gekukeld. Het paard was vanaf de Leutherberg op hol
                Ook gingen we bij de verkennerij minimaal een keer per jaar op kamp. Hier
 geslagen en kon door de snelheid de bocht naar de Retraitelaan niet meer
                keken we al vér voor die tijd naar uit want dat was een hele belevenis. Ik
 maken  en viel ondersteboven in dat gat. Waarschijnlijk hebben  herinner me dat we o.a. naar Afferden in Nrd. Limburg zijn gefietst.

 buurtbewoners de dagen erna gratis groenten en fruit genuttigd. Dit is  Regelmatig ook naar Roggel alwaar gezwommen werd in de Noordervaart,
 natuurlijk niet goed te praten, maar de naoorlogse tijden waren ernaar want  met eigengemaakte vlotten etc. Ook kampeerden we vaak in Maalbeek bij

 de een z'n dood enz. ..... Als ik me goed herinner stond in ditzelfde gat  Belfeld. Toen was hier nog geen camping en was dit hele gebied voor ons
 later ook de éérste (mobiele) frietkraam. Hier kochten wij destijds dus ons  alleen. Proviand en snoep konden we kopen bij de Maalbeeker Hoeve "Café
                Maalbeek"
 eerste täötje friet. Ik meen dat het voor 10 cent was. De frietkraam heeft in
 de loop der tijd op meerdere hoeken gestaan o.a. ook bij het patronaat. In  Van lieverlee werd onze horizon steeds breder. We gingen uiteindelijk naar

 de wijken kwam ook regelmatig aan huis: de scharensliep, de bakker, de  de watertoren aan de grens (destijds lag hier de verboden strook) Wat trekt
 melkboer, de groenteman, zie hierboven, de schillenboer en misschien nog  jeugd meer dan "verboden". Als we dan toch stiekem in dit gebied waren
                doorgedrongen, ontdekten we dat er aan de Duitse kant van deze strook
 wel meer.
                door Duitse mannen een weg werd aangelegd. Als er dan na verloop van
 In het patronaatsgebouw, werd op zondagmiddagen ook films vertoont, van  tijd toch ook weer stiekem contact was gelegd met deze mensen, dan bleek
 o.a. Roy Rogers, Rintintin en de Dikke en de Dunne. De bijdrage hiervoor  dat ze graag koffie, boter en sigaretten zouden ontvangen en hiervoor ook

 zal wel niet kostendekkend zijn geweest, want e.e.a. werd allemaal  wilde betalen. Dat was natuurlijk niet tegen dovemansoren gezegd. Wij
 geregeld door vrijwilligers, meestal de vaders van ons snotneuzen. Door  naar huis en hoe weet ik niet meer, maar uiteindelijk van een paar centen
 dezelfde vaders/moeders werd ook het kindervakantiewerk georganiseerd.  deze spullen gekocht en gebracht naar deze werklui. Het bleek dat we méér
 Bijv. met de bus naar de Wittenberg in Lomm, of te voet vanaf de  geld kregen dan dat we hadden betaald en zo ontspon zich dus een
 Leutherberg naar Klein Zwitserland.  regelmatig terugkerend ritueel van "handel". Hoe dit allemaal is afgelopen,
                en waarom, is de schrijver niet meer bekend. We hebben er heel veel pret
                beleefd en af en toe ook voor ons "leven" moeten vluchten. Thuis deden we
                van deze ondernemingen dus uiteraard geen mededeling.


                Alles beschreven in dit verhaaltje heeft zich afgespeeld in mijn
                lagere schooltijd, dus tot medio/eind jaren 50. Daarna gingen
                we in de stad naar school en veranderde onze totale
 De Wittenberg  Klein
                vrijetijdsbesteding
 Lomm  Zwitserland


 -185-                                                                                                                            -186-
   184   185   186   187   188   189   190   191   192   193   194