Page 59 - Pater Hubert Gulickx
P. 59

Ik vertel dat omdat ik niet kon zwemmen en dat ook nooit


 geleerd heb. In mijn jeugd werd het zwemmen niet

 aangemoedigd. Toen op de lijst van mijn kloosterlijke uitzet

 een zwempak voorkwam vond ik dat vreemd. Ik dacht dat


 novicen zeker niet zouden mogen zwemmen. Ik ging toen


 verschillende winkels af om een zwempak te kopen dat

 zowel een bovenstuk als een broek had. Omdat volgens de

 verkopers die ouderwetse zwempakken niet meer gemaakt


 werden heb ik een zwembroek gekocht. In Huissen heb ik

 die voor het eerst gedragen maar het zwemmen heb ik niet


 geleerd. Toen pater Biezeno vertelde dat hij veel had moeten

 praten om van de provinciaal toestemming te krijgen voor


 het zwemmen van de novicen was ik misschien de enige die

 dat goed kon begrijpen. De oude Gulickx stamt nog uit een


 zeer kuis tijdperk. Het noviciaatjaar liep onder toenemende

 druk naar zijn verlossende einde. Ik moest als deken alle


 mogelijkheden aangrijpen om wat opwekkends te vinden en

 daarvoor toestemming te krijgen van de novicemeester. Zo


 kwam ik in de laatste maand bij pater Biezeno met de vraag

 of wij koffie mochten gebruiken in de voormiddag. Hij keek


 verwonderd en zei: "Maar er is toch geen feest We kregen

 alleen koffie op feestdagen die in de kerkelijke kalender

 dubbel telden, totum duplex heet dat in liturgische taal.  Voorbeeld van zwempakken.


 "Och," antwoordde ik, "we moeten toch al zo veel missen."  Nico Lebesque en Jan Geominy na een

                                                        zwemwedstrijd in de Maas, 1936





 -58-                                                                                                                              -59-
   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64