Page 13 - Luchtbrug naar het Verleden
P. 13

2-4-6-8-10  -  vervolg -






 Op 6 juni is hij thuis geboren maar er is iets mis met hem.


 Niks alarmerends. “We brengen hem alleen ter controle even

 naar het ziekenhuis, mevrouw,” zegt de vroedvrouw op


 geruststellende toon. De volgende dag is hij dood. Mijn

 moeder ziet haar kindje nooit meer terug. Ze ligt nog in haar


 kraambed, met lege handen en een lege wieg. Mijn vader mag

 hem gaan begraven.



 Omdat het kindje niet is gedoopt wacht er voor hem geen


 grafje met een mooie steen. De pastoor kent geen genade

 maar mijn vader laat dit niet over zijn kant gaan. Diep


 geschokt over het hardvochtige besluit van de geestelijke

 regelt hij zelf een kistje en een grafdelver om Fransje, want

 dat is de naam die mijn broertje heeft gekregen, te kunnen


 begraven. Met het levenloze kindje in het kistje achterop zijn


 fiets begint hij in z’n eentje aan zijn tocht naar het kerkhof.


 Ons gezin moet in die tijd daarna doordrenkt zijn geweest


 met verdriet, al is er weinig tijd om er lang bij stil te staan.

 Het leven gaat door en bijna exact een jaar later, op 2 Juni


 1956 wordt het andere zoontje met dezelfde naam geboren.



 Het grafje van de eerste Frans ligt bij een muur. Maar welke

 muur? We blijven zoeken totdat duidelijk wordt dat die muur  Ingang oude kerkhof aan de Kerkhofweg


 er allang niet meer is.



 -12-                                                                                                                              -13-
   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17   18