Page 12 - Luchtbrug naar het Verleden
P. 12
2-4-6-8-10 - vervolg -
Op 6 juni is hij thuis geboren maar er is iets mis met hem.
Niks alarmerends. “We brengen hem alleen ter controle even
naar het ziekenhuis, mevrouw,” zegt de vroedvrouw op
geruststellende toon. De volgende dag is hij dood. Mijn
moeder ziet haar kindje nooit meer terug. Ze ligt nog in haar
kraambed, met lege handen en een lege wieg. Mijn vader mag
hem gaan begraven.
Omdat het kindje niet is gedoopt wacht er voor hem geen
grafje met een mooie steen. De pastoor kent geen genade
maar mijn vader laat dit niet over zijn kant gaan. Diep
geschokt over het hardvochtige besluit van de geestelijke
regelt hij zelf een kistje en een grafdelver om Fransje, want
dat is de naam die mijn broertje heeft gekregen, te kunnen
begraven. Met het levenloze kindje in het kistje achterop zijn
fiets begint hij in z’n eentje aan zijn tocht naar het kerkhof.
Ons gezin moet in die tijd daarna doordrenkt zijn geweest
met verdriet, al is er weinig tijd om er lang bij stil te staan.
Het leven gaat door en bijna exact een jaar later, op 2 Juni
1956 wordt het andere zoontje met dezelfde naam geboren.
Het grafje van de eerste Frans ligt bij een muur. Maar welke
muur? We blijven zoeken totdat duidelijk wordt dat die muur Ingang oude kerkhof aan de Kerkhofweg
er allang niet meer is.
-12- -13-