Page 107 - Luchtbrug naar het Verleden
P. 107

Een meisje van stand  -vervolg-







 Het meisje, haar naam is Tineke (*), en ik, lopen een stuk met


 elkaar over en voor beiden zijn bepaalde herinneringen aan

 die eerste communiedag nog vers. Echt veel is er bij mij niet


 blijven hangen en ieder heeft zo zijn eigen verhaal. Het zijn

 voornamelijk een paar momenten op die dag die er

 uitspringen. Mijn dikke, slaapomrande ogen op de bewuste


 foto zijn te wijten aan de wekker bij ons thuis, die net op


 deze cruciale morgen zijn dienst weigert. Een uur te laat

 schrikt mijn moeder wakker uit een diepe slaap en constateert

 ontsteld, dat de wijzers van de klok zich in een verkeerde


 stand bevinden. De kleine wijzer staat, in plaats van op de

 acht, onoverzienbaar op de negen. En de grote wijzer is al op


 weg van de twaalf naar de drie. In ijltempo trommelt ze mijn

 vader, mijn broertje van drie en mij uit bed, om ons in onze,


 speciaal voor deze dag gemaakte en gekochte kleren te hijsen.

 Mijn vader in zijn donkergrijze, zondagse pak, mijn broertje


 in een kort broekje met bijpassend bloesje en bij van Haaren

 gekochte zomerschoentjes. Voor zichzelf heeft mijn moeder


 een tweedelige jurk genaaid van lichte, katoenen stof. Het

 feestvarken, degene om wie het op deze dag allemaal draait,


 krijgt een roomwit, soort van tulen, kort jurkje aan, dat

 nog bij verschillende trouwpartijen van ooms en tantes dienst  De schrijfster, het feestvarken, degene om wie het op deze dag


 zal gaan doen.  (* De naam Tineke is een pseudoniem)  allemaal draait, krijgt een roomwit, soort van tulen, kort jurkje aan.




 -106-                                                                                                                            -107-
   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112