Page 82 - Pater Hubert Gulickx
P. 82
In de gesprekken tijdens de recreatie kon ik die terug-
schakeling niet altijd volhouden. Omdat ik van huis een
prater ben en ijdel genoeg om te laten horen hoe ik over een
en ander denk. De eerste aanvaring met de prior en de mede-
paters wil ik wat uitgebreider vertellen. Om de leefwereld te
schetsen waarin ik vanuit het Albertinum terecht was
gekomen en die mij vreemd was. In het Albertinum was ik
het laatste jaar aangesteld als socius van de magister van de
broeders. Die magister was Ben Mulder en ik was zijn
hulpje. Ik zeg wel eens lachend dat dit de hoogste functie is
die ik ooit binnen de orde heb bereikt. Op de hiƫrarchische
trap van de gezaghebbers. Omdat ik door die functie contact
had met de jonge broeders op het Albertinum zei pater van
Waesberge bij mijn benoeming dat ik in Venlo ook aandacht
moest besteden aan het wel en wee van de broeders. Die
droegen toen nog aparte kleding. Het zwarte scapulier en
capuchon onderscheidde hen van de paters in het wit.
Zij hadden ook een aparte recreatieruimte. Gedachtig mijn
opdracht ging ik wel eens bij de broeders in het voorhuis
recreatie houden. Omdat ook bij hen de vernieuwing en
democratisering doordrong hadden zij aan mij een
bondgenoot. Ik was mij van geen kwaad bewust toen ik door Paters en broeders Dominicanen.
prior Korstenbroek en de paters op het matje werd geroepen.
Zij vielen over mij heen. Ik verpestte de broeders. Ik maakte
hen balorig om op die manier bij hen geliefd te zijn.
-82- -83-