Page 78 - Pater Hubert Gulickx
P. 78
II HET RIJKE DOMINICAANSE LEVEN ONDER Eenmaal in de zoveel weken moest ik de preekbeurt in de
ZES PRIOREN kerk verzorgen. Dat hield in op zaterdagavond preken en op
zondag vier maal. Om zes uur was er een avondmis op
Op maandag 19 augustus 1963 kwam ik in Venlo aan. zondag die door de predikant werd verzorgd. Om de
Ik kreeg een mooie ruime kamer met een nieuw bureau veertien dagen kreeg ik de vroegmis om zes uur op zondag.
Op het Albertinum had ik in een kleine paterscel gewoond. Dat was een mis voor vakantiegangers, duivenmelkers,
Ik voelde mij de koning te rijk. Korstenbroek was de prior- vissers en het spoorwegpersoneel dat in de nacht dienst had
bouwheer van het klooster. Hij was een goed gastheer, gedaan op het uitgestrekte spoorwegemplacement van
kenner van spijs en drank. In de stad was hij een bekende en Venlo. Met carnaval zaten daar ook de feestvierende
erkende predikant. Pater Bataille was de zangleraar in het gelovigen die hun zondagplicht vervulden om daarna hun
noviciaat in Huissen. Hij had bij mijn roes uit de slapen en met frisse moed weer verder te feesten.
eremis de preek gehouden. Hij was de Slapen begon al onder de mis. Op woensdag 4 september
enige pater die ik kende in Venlo. Van de 1963 begon mijn schooltaak. Ik had de eerste
andere paters en broeders kende ik lerarenvergadering op de Rijks H.B.S. Ik wist helemaal niet
niemand bij mijn komst. Van Bataille wat een H.B.S. was want dat type van onderwijs kende ik
ontving ik dan ook de omschrijving van niet. Ik maakte kennis met de leraren en leraressen waarvan
mijn taak. Aan de hoek van een tafel in de er enkele nieuwkomers waren zoals ik.
recreatie legde hij mij uit dat ik les moest geven op de Rijks Directeur de Vries was ook pas benoemd.
H.B.S. Dat waren lessen in cultuurgeschiedenis en van het Hij had de opdracht orde op zaken te stellen
Christendom. Bovendien moest ik de godsdienstlessen omdat de school onder de vorige directeur in
verzorgen op de Middelbare Tuinbouwschool. Ik kreeg een de versukkeling was geraakt. Ik hoorde dat
biechtstoel toegewezen achteraan in de kerk waar de hij te veel dronk en daardoor was de
biechtelingen het eerst naar toe trokken. Naar het voorbeeld samenwerking met de leraren tot het nulpunt
van de tollenaar blijven de zondaars het liefst achter in de gedaald. In de vergadering lette ik goed op
tempel. Dat was de zware biechtstoel waar de provinciaal alles wat er gezegd werd en hield mij verder gedeisd.
over had gesproken.
-78- -79-