Page 87 - Pater Hubert Gulickx
P. 87

Ik vertel enkele van de punten waarmee ik het met hem aan  Dat waren de eerste botsingen met de tornado Kees en er

 de stok kreeg. Boven de biechtstoelen stond de naam van de  zouden er nog meerdere volgen. Op een avond kwam hij


 biechtvader. Die naamkaartjes moesten volgens hem weg  briesend op mijn kamer omdat ik niet in het koorgebed was

 want: ex opera operato, wie er in de biechtstoel zat maakte  geweest. Dat had volgens mij een goede reden want ik moest


 niets uit. Vanaf het begin van mijn biechthoren in Venlo had  punten klaar maken die de volgende dag op de Rijks H.B.S.

 ik goede contacten in de biechtstoel en van daaruit  moesten worden ingeleverd. Ik gaf met de mond behoorlijk


 vervolgcontacten op de spreekkamer. Ik wist dus wel dat  tegenwind. Diep in mijn hart moest ik lachen prioriale ijver

 wie er biecht hoorde een heleboel uitmaakte. De naam-  voor het koorgebed. Aan een boom zo volgeladen met


 plaatjes moesten blijven. In ons klooster werkte een brave  psalmen zouden die paar van Hubert toch niet worden

 bejaarde vrijgezel, ome Paul. Ik had hem leren kennen als  gemist. Een ander conflict had een merkwaardig oorzaak.


 een arme van Jahweh. Hij was zijn hele leven onderdrukt en  Het is typerend voor de veranderingen die toen begonnen in

 uitgebuit. Nu woonde hij op een kamer in het huis van zijn  de klederdracht van de geestelijken. Naar de scholen ging ik


 getrouwde zus. De man van zijn zus was een akelige vent die  altijd in zwart pak en met de witte priesterboord op een

 ome Paul het bloed onder de nagels uitperste. Ome Paul  zwart hemd. Tijdens de vakantie had ik thuis een wit

 scharrelde in het klooster rond met een stofdoek, deed       overhemd gekregen. Dat had ik


 boodschappen en telde met grote zorg het collectegeld. Hij   gedragen met een zwarte stropdas.

 bracht kwartjes en dubbeltjes naar bepaalde winkeliers die   Op een keer ging ik naar de


 om wisselgeld verlegen zaten. Voor die dienst kreeg hij een  H.B.S. met dat hemd en

 paar sigaretten. Die goede man werkte Kees Strijbos op zijn  stropdas. De leerlingen, uiteraard


 zenuwen. Dat centengefriemel moest maar eens afgelopen       de meisjes, zeiden dat dit veel

 zijn. Ome Paul leed daaronder en klaagde bij mij zijn nood.  beter stond. Maar de paters op


 Hij werd ziek en stierf in het ziekenhuis. Kees Strijbos was  Mariaweide hadden deze

 onbewust de laatste nagel aan zijn doodkist die toch al      verandering in de kleding met


 zoveel pijnlijke nagels kende die het leven hem had          argusogen bekeken en in hun hart

 ingehamerd.                                                  afgewezen.





 -86-                                                                                                                              -87-
   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92