Page 36 - Klaaskerk
P. 36
Niet alleen de Venlose bevolking liet haar devotie in In 1814 werd het beeld in de parochiekerk van St. Martinus

gebeden blijken, ook de schippers die Venlo aandeden of geplaatst. De verering herleefde weliswaar, maar alleen nog


aan de stad voorbijvoeren, toonden hun respect en verering lokaal. Zij bleef voortaan beperkt tot het in de Mariamaand

voor de Zwarte Madonna door op de rede, in het zicht van bidden van de rozenkrans bij het beeld door bewoners van


de St. Nicolaaskerk, luid te bellen. De Kruisheren - de de stad, een praktijk die ook nu nog bestaat.

bedienaren van de 'Klaaskerk', zoals de St. Nicolaas in de


volksmond heette - slaagden erin om, waarschijnlijk al in de

16e eeuw, de lokale devotie tot een verering van regionale


betekenis te doen uitgroeien. Zo lieten zij in de 17e en 18e

eeuw verschillende devotieprentjes van de Zwarte Madonna


drukken.


In het laatste kwart van de 18e eeuw nam de devotie een


hoge vlucht, met als hoogtepunt de winter van 1783 op

1784, toen zeker 400 burgers aan de zogenoemde 'rodeloop'


of buikloop stierven. Van binnen en van buiten de stad

stroomden de mensen toe, om dag en nacht bij het beeld de

rozenkrans te bidden. Vooral 's avonds, als de Kruisheren


hun laatste gebed hielden en het volk een volledige


rozenkrans met de litanie van de droefheid der allerheiligste

maagd bad, stonden de vereerders tot buiten de kerk.



Na de vordering van de kerk door de Fransen in 1795 en de

opheffing van het Kruisherenklooster in 1797, hield de ver- De Pietà, zoals die sinds 1814 in de St. Martinuskerk staat

ering abrupt op te bestaan. De procurator van het klooster


liet het beeld bij zijn zus in een hakselkist verstoppen.






-36- -37-
   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41