Page 34 - Pater Hubert Gulickx
P. 34

Als er verkiezingen waren in Belgiƫ mocht mijn vader niet                                                                                      Foto: Heemkundekring Amalia van Solms.


               naar de stembus die op het gemeentehuis stond, tegenover

               ons huis. In de middagpauze van de dag dat het stemmen was

               in Belgiƫ - altijd op zondag - mocht ik wel worstenbroodjes


               en koffie brengen naar het stemlokaal. Dat was bestemd voor

               de opzieners van de stemming en daar zat ook een socialist


               onder die van de stad Turnhout kwam. Ik meende dat ik die

               godvergeten socialist wel zou kunnen onderscheiden van de


               katholieken en de liberalen die ook een stembusopzichter

               hadden. Maar dat lukte niet. Wel kwam ik er zo achter dat


               mijn vader en moeder Nederlanders waren en dat ik

               dat dus ook was. Omdat ik volgens meester Slockers goed


               kon leren en omdat ik, dicht bij de Belgische kerk wonend,

               vanaf mijn achtste jaar misdienaar was, kwam de pastoor
                                                                                                                                                                              Fons Gulickx en zijn vrouw Joke Gulickx-Segers,
               tegen mijn vader vertellen dat er in mij misschien wel een                                                                                                                    vader en moeder van Hubert.

               toekomstige priester schuil ging.


                                                   Voor de aardigheid wil ik nog vermelden

                                                   dat in 1936 pastoor Maes een


                                                   priesterjubileum vierde en van de

                                                   parochianen een glas-in-loodraam kreeg


                                                   aangeboden. Daarop stond de pastoor

                                                   afgebeeld, en aan zijn voeten knielde ik


                                                   als misdienaar. Volgens de parochianen

                                                   was ik veel beter herkenbaar dan de


                                                   pastoor.




    -34-                                                                                                                                                                                                                                                                        -35-
   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39