Page 48 - Moederhuis Bethanië
P. 48

WOII

        Het begon op 7 december 1940 met de eis voor inkwartiering
        in “Het Kleine Huisje” van 20 arbeiders die moesten helpen
        bij de aanleg van het vliegveld op de “Groote Heide”. De 22
        zusters die daar sliepen moesten zodoende een plek vinden in
        het klooster.
        In februari 1941 moest het hele Moederhuis ontruimd
        worden. Ook wordt het bos nabij het kerkhof in beslag
        genomen en wordt met hoge planken afgezet. Er wordt
        aanstalten gemaakt om er een groot gebouw neer te zetten.
        Ongeveer 100 zusters krijgen gastvrij onderdak in de
        kweekschool van de Zusters Dochters van het Kostbaar
        Bloed te Koningsbosch. Enkelen gaan naar de eigen kloosters
        in Stevensbeek en Rijsbergen en 20 zusters blijven in Venlo.
        Alles maar dan ook alles wordt naar Koningsbosch gebracht:
        huisraad, inventaris van de kapel, de hostiebakkerij en van de
        de keuken, de administratie van de Heraut, enz. De levende
        have vindt onderkomen bij de Paters Trappisten van Echt.
        De firma Comuth, marmer en granietwerkplaats uit Venlo-
        Zuid, haalt de beelden uit de kapel, de kruisgang en de tuin
        om ze zolang voor de zusters in bewaring te nemen.
        Eind 1944 moet ook het klooster in Koningsbosch ontruimd
        worden en gaan de zusters naar het klooster van de
        Passionisten in Echt. In januari 1945 ook hier weer weg en
        gaan ze naar de Zusters Ursulinen in Sittard.

-48-
   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53