Page 108 - Maasbruggen - Venlo
P. 108
1954





De oorlogsverwoestingen boden mogelijkheden om de

vooroorlogse verkeerssituatie tussen de Maasbrug en het


treinstation ingrijpend te verbeteren. De gelijkvloerse

spoorwegovergang bij de Antoniuslaan te Blerick, de tolheffing


bij de verkeersbrug en de smalle Roermondsepoort in de

spoordijk te Venlo waren beruchte knooppunten. Het


wederopbouwplan voor de binnenstad van ir. Jules Kayser uit

mei 1945 voldeed naar het oordeel van ir. P. Verhagen,


stedenbouwkundig adviseur van het rijk, volstrekt niet aan de

eisen van het moderne verkeer.

Ir. M.P.J.H. Klijnen, stedenbouwkundig adviseur voor de


provincie Limburg, kreeg in 1946 opdracht voor het opstellen

van een ‘verkeersplan’. Het in 1951 vastgestelde Brugplan was


in de eerste plaats een efficiënt verkeersplan en omvatte het

totale gebied van bruggen, opritten, viaducten, verkeerswegen


en -pleinen tussen de treinstations van Venlo en Blerick.

De twee platte plaatbruggen naast elkaar, op gelijke hoogte en


zonder opbouw zorgen voor vrij zicht op Venlo en Blerick.

Na voorstudies uit 1946 kwam Klijnen in 1948 onder druk van


besparingseisen met een plan waarin een platte verkeersbrug

haaks over de Maas en direct ten zuiden van de spoorbrug was In september 1954 werd een begin gemaakt met de bouw


ontworpen. Hierdoor kon de spoorwegovergang in Blerick van de nieuwe verkeersbrug.

vervallen. Dit plan werd in 1951 vastgesteld door de


gemeenteraad en goedgekeurd door het rijk.




-108- -109-
   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113