Page 71 - Bovenste & Onderste Molen
P. 71
De Onderste Molen. 1902
De Onderste Molen oftewel de Onderste Houtmolen wordt,
evenals de Bovenste Molen, reeds in 1426 in de
stadsrekeningen genoemd. Beide watermolens werden in 1615
door graaf Herman van de Berg in brand gestoken en
verwoest. In 1626 werden de molens weer opgebouwd. Vaak
hadden verschillende families één molen in eigendom via 1/8
of 1/16 gedeelte van de aandelen.
In 1643 verkocht Johan van Vogelsanck een gedeelte van de
watermolen aan Herman Ingenhuys en zijn echtgenote Maria
Engelen.
Van 1675 tot 1856 werd de Onderste Molen bewoond door de
familie Engelen.
In 1752 werd de Onderste Molen door verschillende eigenaren
verpacht aan de echtelieden Willem Engelen en Maria
Demkens.
In 1825 trouwde de toenmalige molenaar van de Onderste
Molen, Johannes Jacobus Engelen, met Maria Dorethea
Franssen. De oudste dochter van dit echtpaar (Maria Elisabeth
Hubertina Engelen * 1827- †1887) trouwde in 1848 met De aanbouw aan de westzijde van de Onderste Molen dateert uit de 19e eeuw en
Petrus Hubertus Michels (1825-1890), een zoon van de werd tot in de twintiger jaren van de vorige eeuw als stalling en schuur gebruikt. Het
reeds genoemde Petrus Hendricus Michels van de Bovenste eigenlijke gebouw uit 1626 bestaat uit twee verdiepingen met een zolder. De
Molen. Door dit huwelijk kwam de familie Michels op de benedenruimte was praktisch helemaal in gebruik als bedrijfs- en opslagruimte. De
Onderste Molen terecht! tweede verdieping werd als woonruimte gebruikt. Bij de Onderste Molen had men
beneden een zeer klein keukentje en een opkamer.
-70- -71-
De Onderste Molen oftewel de Onderste Houtmolen wordt,
evenals de Bovenste Molen, reeds in 1426 in de
stadsrekeningen genoemd. Beide watermolens werden in 1615
door graaf Herman van de Berg in brand gestoken en
verwoest. In 1626 werden de molens weer opgebouwd. Vaak
hadden verschillende families één molen in eigendom via 1/8
of 1/16 gedeelte van de aandelen.
In 1643 verkocht Johan van Vogelsanck een gedeelte van de
watermolen aan Herman Ingenhuys en zijn echtgenote Maria
Engelen.
Van 1675 tot 1856 werd de Onderste Molen bewoond door de
familie Engelen.
In 1752 werd de Onderste Molen door verschillende eigenaren
verpacht aan de echtelieden Willem Engelen en Maria
Demkens.
In 1825 trouwde de toenmalige molenaar van de Onderste
Molen, Johannes Jacobus Engelen, met Maria Dorethea
Franssen. De oudste dochter van dit echtpaar (Maria Elisabeth
Hubertina Engelen * 1827- †1887) trouwde in 1848 met De aanbouw aan de westzijde van de Onderste Molen dateert uit de 19e eeuw en
Petrus Hubertus Michels (1825-1890), een zoon van de werd tot in de twintiger jaren van de vorige eeuw als stalling en schuur gebruikt. Het
reeds genoemde Petrus Hendricus Michels van de Bovenste eigenlijke gebouw uit 1626 bestaat uit twee verdiepingen met een zolder. De
Molen. Door dit huwelijk kwam de familie Michels op de benedenruimte was praktisch helemaal in gebruik als bedrijfs- en opslagruimte. De
Onderste Molen terecht! tweede verdieping werd als woonruimte gebruikt. Bij de Onderste Molen had men
beneden een zeer klein keukentje en een opkamer.
-70- -71-