Page 70 - Bovenste & Onderste Molen
P. 70
De Onderste Molen. 1902



De Onderste Molen oftewel de Onderste Houtmolen wordt,


evenals de Bovenste Molen, reeds in 1426 in de

stadsrekeningen genoemd. Beide watermolens werden in 1615


door graaf Herman van de Berg in brand gestoken en

verwoest. In 1626 werden de molens weer opgebouwd. Vaak


hadden verschillende families één molen in eigendom via 1/8

of 1/16 gedeelte van de aandelen.



In 1643 verkocht Johan van Vogelsanck een gedeelte van de

watermolen aan Herman Ingenhuys en zijn echtgenote Maria


Engelen.


Van 1675 tot 1856 werd de Onderste Molen bewoond door de


familie Engelen.


In 1752 werd de Onderste Molen door verschillende eigenaren


verpacht aan de echtelieden Willem Engelen en Maria

Demkens.



In 1825 trouwde de toenmalige molenaar van de Onderste

Molen, Johannes Jacobus Engelen, met Maria Dorethea


Franssen. De oudste dochter van dit echtpaar (Maria Elisabeth

Hubertina Engelen * 1827- †1887) trouwde in 1848 met De aanbouw aan de westzijde van de Onderste Molen dateert uit de 19e eeuw en


Petrus Hubertus Michels (1825-1890), een zoon van de werd tot in de twintiger jaren van de vorige eeuw als stalling en schuur gebruikt. Het

reeds genoemde Petrus Hendricus Michels van de Bovenste eigenlijke gebouw uit 1626 bestaat uit twee verdiepingen met een zolder. De


Molen. Door dit huwelijk kwam de familie Michels op de benedenruimte was praktisch helemaal in gebruik als bedrijfs- en opslagruimte. De


Onderste Molen terecht! tweede verdieping werd als woonruimte gebruikt. Bij de Onderste Molen had men
beneden een zeer klein keukentje en een opkamer.

-70- -71-
   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75