Page 30 - Bovenste & Onderste Molen
P. 30
Bovenste Molenweg
Toen laatstgenoemden eigenaar waren, liet de knecht de
lantaarn vallen op de hooizolder, waarna de molen met
woonhuis en stal tot de grond toe afbrandden. Op 7 februari
1765 werd de grond (de molen was na de brand niet meer
opgebouwd) verkocht aan Michaël Michels en zijn vrouw
Gertrudis Muggen, die de molen nog in hetzelfde jaar
herbouwden.
Michaël Michels werd 20 april 1766 lid van het molenaars-
gilde, waarvan hij diverse malen tweede gildemeester was.
Na zijn overlijden op 30 maart 1800, kwam de molen in bezit
van zijn zoon Mathias Michels (* 25 februari 1755 te
Kaldenkerken en † op 18 december 1827) te Venlo). Mathias
was getrouwd met Anna Catharina Gooltz uit Hinsbeck.
Hun zoon Peter Hendrik Michels verkocht de molen in 1840
aan Johan Zillesen uit Kaldenkerken.
De erfgenamen van deze Johan Zillesen lieten de molen op 23
april 1877 door een notaris publiek verkopen.
In de verkoopakte wordt de molen als volgt omschreven: een
water-, graan-, olie- en schorsmolen en tevens het woonhuis,
schuur en stallingen, tuin, boomgaard, vijvers, waterleidingen,
bouwland, weiland, hakhout, opgaande boomplantingen,
genaamd de Bovenste Houtmolen, groot samen tien hectaren
vijf en dertig aren.
-30- -31-
Toen laatstgenoemden eigenaar waren, liet de knecht de
lantaarn vallen op de hooizolder, waarna de molen met
woonhuis en stal tot de grond toe afbrandden. Op 7 februari
1765 werd de grond (de molen was na de brand niet meer
opgebouwd) verkocht aan Michaël Michels en zijn vrouw
Gertrudis Muggen, die de molen nog in hetzelfde jaar
herbouwden.
Michaël Michels werd 20 april 1766 lid van het molenaars-
gilde, waarvan hij diverse malen tweede gildemeester was.
Na zijn overlijden op 30 maart 1800, kwam de molen in bezit
van zijn zoon Mathias Michels (* 25 februari 1755 te
Kaldenkerken en † op 18 december 1827) te Venlo). Mathias
was getrouwd met Anna Catharina Gooltz uit Hinsbeck.
Hun zoon Peter Hendrik Michels verkocht de molen in 1840
aan Johan Zillesen uit Kaldenkerken.
De erfgenamen van deze Johan Zillesen lieten de molen op 23
april 1877 door een notaris publiek verkopen.
In de verkoopakte wordt de molen als volgt omschreven: een
water-, graan-, olie- en schorsmolen en tevens het woonhuis,
schuur en stallingen, tuin, boomgaard, vijvers, waterleidingen,
bouwland, weiland, hakhout, opgaande boomplantingen,
genaamd de Bovenste Houtmolen, groot samen tien hectaren
vijf en dertig aren.
-30- -31-