Page 34 - Watermeule - Hout-Blerick -
P. 34

Rosmolen.

     Een rosmolen is een molen die wordt aangedreven door een
     paard (ros). In veel dorpen stond vroeger een rosmolen, vaak
     aangedreven door twee paarden.
     In het begin van de negentiende eeuw (rond 810) had boer
     Matthijs Geurts een rosmolen in zijn schuur op de hoek
     Maasbreesestraat-Hoekstraat.
     Geurts gebruikte de molen om graan mee te malen. In 1861
     verkocht hij de molen aan Henriëtte Lemmens, de echtgenote
     van de latere industrieel Antoon Jurgens uit Oss. Weer zes jaar
     later werd de molen doorverkocht aan de Blerickse
     bierbrouwer Gerardus Hillen, die de molen gebruikte om mout
     mee te malen.

          De jongste zoon van Mathijs Geurts, Peter Jan (*1835 / †1858) werd op 17
          december 1857 schuldig verklaard aan verkrachting en moord op het zesjarig
          dochtertje van zijn baas. De vrouw van de baas werd na de moord krankzinnig.
          Cassatie werd verworpen. De koning wees het verzoek om gratie af en op 27
          april 1858 werd hem ‘s avonds om zes uur medegedeeld, dat hij de volgende
          dag, 28 april 1858, zou worden opgehangen.
          Onderweg naar het schavot omhelsde hij voor de laatste keer een kruisbeeld,
          waarna hij kalm en biddend het schavot beklom met de woorden: "Ik ben
          bereid om te sterven". De executie zelf verliep niet vlekkeloos: getuigen zagen
          Geurts nog minutenlang spartelen nadat het valluik opengeklapt was.
          Peter Jan was één van de laatste personen die in Nederland in vredestijd werd
          geëxecuteerd.

-34-
   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39