Page 125 - Van Maagdenberg tot Leutherberg
P. 125

Misdienaar in de  Don Bosco kerk.


                                                                         Toen ik begon als misdienaar waren

                                                                         Pastoor Gommans, Kapelaan Scheepers

                                                                         en Kapelaan Teeuwen de drie
                                                                         geestelijken van deze parochie. Ook was

                                                                         Pater Godfries regelmatig invaller. Deze

                                                                         pater gebruikte altijd twee kannetjes wijn

                                                                         in de mis.
                                                                         Pastoor Gommans was een zeer zuinige

                                                                         man en als je de deur van de sacristie

                                                                         vergat dicht te maken kreeg je een draai

                                                                         om je oren, want dat was kostbaar verlies
                                                                         van warmte.

                                                                         Als misdienaar moest je ook in de missen

                                                                         die door de week plaatsvonden
                                                                         collecteren met een geldbuidel die aan

                                                                         een stok bevestigd was. Meer dan eens

                                                                         stond je met die stok te wachten omdat
                                                                         een kerkganger (meestal vrienden en

                                                                         goede bekenden) dan diep in zijn broek-

                                                                         of jaszak voelde en vervolgens simpelweg

                                                                         een zakdoek te voorschijn haalde, zijn
                                                                         neus snoot en dan verder religieus voor

                                                                         zich uit keek, zodat je daar als jan met de

                                                                         korte achternaam stond. Veel

                                                                         zogenaamde rijkere parochianen gingen
                                                                         met de hand in de buidel en deden of ze

                                                                         daadwerkelijk gingen offeren, wat echter

                                                                         niet het geval bleek te zijn.



                                                                           Voor meer bijdragen van Koos Linssen,

                                                                                              zie bijlage IV




 -121-                                                                                                                            -122-
   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130