Page 74 - De Venlose Synagoge
P. 74
Deportaties - een bijdrage van Gerrit van der Vorst
Met onze moede handen
Dinsdag 10 en woensdag 11 november 1942.
Op dinsdag 10 november 1942 werden in de loop van de dag negen dragen wij de zware manden
joodse Venlonaren ‘aangehoudenen en voor verder transport in
wij dragen
bewaring gesteld', aldus het politierapport van die dag.
Het betrof het echtpaar Spira-Artmann uit de Peperstraat met hun van d'ene kelder naar d'ander
zoontje van zes maanden, de heer Biegeleisen die op hetzelfde adres de zware manden met elkander.
woonde, de assuradeur Abraham Mobiel Kosman, de accountant
Sophie
Joseph Gustaf Israel Allmaijer, de voorganger van de joodse In onze vertrapte harten Cohen-Kleermaker
gemeente, Benno Baruch Levita, de koopman Salle Gottschalk en
dragen wij de bange smarten
mevrouw Kahn-Stern.
Om zes uur 's avonds werden Kosman en Allmaijer in opdracht van de wij dragen
hoofdinspecteur van politie in vrijheid gesteld. De overige zeven van 't ene kamp naar 't ander
personen bleven op het politiebureau in arrest. Waarschijnlijk is de
de bange smarten met elkander.
politie erin geslaagd die nacht mevrouw Biegeleisen-Issler te
arresteren, want woensdagochtend om half acht werden de zeven
In onze ziel vol zorgen
Joden genoemd in dit rapport, benevens vrouw Biegeleisen door
agenten afgehaald voor transport naar Westerbork. dragen wij nog de hoop op morgen
Met grote waarschijnlijkheid zijn deze acht personen aldaar ingedeeld wij dragen
bij de trein die op maandag 16 november 1942 met 761 personen
van d'eenen dag tot d'ander
vanuit Westerbork naar Auschwitz vertrok.
Drie dagen later kwam de trein daar aan. Mevrouw Biegeleisen, hoop op bevrijding met elkander.
mevrouw Spira en haar zoontje zijn dezelfde dag omgebracht,
mevrouw Kahn een paar dagen later.
De vier mannen zijn later omgebracht of bezweken. Adolf Biegeleisen
op dezelfde dag als Levita, de joodse voorganger.
-74- -75-