Page 32 - Moederhuis Bethanië
P. 32
De moeilijke eerste jaren.
In januari 1915 ging de eerste spade in de grond voor de
nieuwbouw van het klooster.
Op 25 november van dat jaar werd in “Het Kleine Huisje’ de
laatste Eucharistieviering gehouden. Om half tien was de
plechtige Hoogmis in de nieuwe kapel, waarna de kapel en
het huis werden ingezegend door pater provinciaal van de
Duitse provincie. De kapel werd aan het H. Hart en het huis
aan de Drievuldigheid toegewijd.
De eerste jaren in het nieuwe, nog vochtig-koude klooster,
waar de verwarmingsradiatoren stonden te roesten en de
elektrische leiding alleen voor de luxe scheen aangelegd,
werd meer ellende geleden dan in ‘Het Kleine Huisje”.
In 1917 was de geldnood zo hoog, dat aan de bisschop verlof
werd gevraagd om te bedelen. Dat werd toegestaan. De
bedeltochten in Nederland en Duitsland waren steeds weer
anders en vaak heel avontuurlijk. In de naaste omgeving van
het klooster in Venlo werd de zusters geen vernedering
gespaard. De Duitse zusters kenden het Nederlands niet
voldoende en bij de burgers heerste nog een vooroordeel
tegen Bethanië. Ook etenswaren werden in dankbaarheid
aanvaard. Gelukkig veranderde alles toen men in Venlo meer
sympathie voor Bethanië begon te krijgen. Met kleine
bolderwagens, in Venlo bekend als Bethanië-auto’s, werd
alles naar huis gebracht.
-32-