Page 99 - Kepelke van Genuuë
P. 99
Sjraar Jacobs, koster van ‘t Kepelke.
Zoals reeds eerder vermeld, werd ‘t Kepelke tot in de puntjes onderhouden
en verzorgd door de familie Jacobs, bewoners van de boerderij Genooierhof.
Toen hun zoon Sjraar 13 jaar was, droegen zijn ouders hem op om de kapel
over te nemen.
Sjraar deed dat met groot plichtsbesef en deed alle voorkomende
werkzaamheden, van het in alle vroegte openen van de kapel, het sluiten ‘s
avonds, het poetsen en het verzorgen van de kaarsen.
Na 13 jaar dit werk pro deo gedaan te hebben, kreeg Sjraar in 1928 van het
kerkbestuur een betaalde aanstelling als koster. Sindsdien deed hij ook de
voorbereiding van de H. Missen.
M.n. de maand mei was voor Sjraar een enorm drukke periode.
Sjraar was een diepgelovige, bescheiden en vrij stille man, maar duizenden
bezoekers konden bij hem hun vaak treurige verhalen kwijt.
Sjraar legde zijn functie na een kleine zestig jaar neer toen hij in een
bejaardenhuis moest worden opgenomen. Hij overleed in 1975.
Toen hij de kapel niet meer kon verzorgen, viel een stuk weg van het
vertrouwde Kepelke.
Na het vertrek van de legendarische koster was Kees Tabbers nog lange tijd
koster van ‘t Kepelke.
Vaak was er niemand bereikbaar, omdat degenen die voor de kapel zorgden,
verder weg woonden. Om aan de behoefte van de bezoekers om hun
zorgen aan iemand toe te vertrouwen te voldoen, kwam er een
intentieboek.
Talloze malen lees je:
“Bedankt Leef Vruike” of “Bedankt Maria”
-98- -99-