Page 8 - Architect Jules Kayser
P. 8
Over Jules Kayser - Stijlen -
In de periode 1914-1925 werd het werk van Jules Kayser
gekenmerkt door een statig traditionalistische monumentaliteit.
Enkele voorbeelden hiervan zijn de panden Bervoets (1919),
de Heilig Hartkerk (1921) en de villa’s aan de Burgemeester
van Rijnsingel 20 t/m 25 uit de periode 1920-1923.
De periode 1925-1935 wordt gekenmerkt door ontwerpen uit
de Amsterdamse School. In die periode werden bouwwerken
ontworpen uit de Rosariumwijk, zoals bijv. Huize St. Jan
(1927), Gemeentespaarbank (1929), en de stadsvilla’s
Lohofstraat 17 (1926), Beatrixstraat 17 (1929). Ook
Mutsaersoord (1929) dateert uit deze periode.
Tenslotte werd in de periode 1935-1963 de invloed van de
Delftse School groter. Volgens de architecten van de Delftse
School lag schoonheid juist in eenvoud en was een goede
harmonie tussen massa, ruimte en lichtval belangrijk.
Architectuur moest nederig zijn en vooral niet opvallen.
Kenmerkend voor de Delftse School zijn het vrijwel
uitsluitende gebruik van baksteen, brede kozijnen en erkers,
hoge gootlijnen en de hoge met pannen beklede daken tussen
topgevels.
-08-