Page 61 - Bovenste & Onderste Molen
P. 61
Watertoevoer.




Door het natuurlijke, grote verval, was het Molenbeekdal om

de zuiverheid van het water (als voeding voor de

stadsfonteinen en pompen) en de waterkracht door de bouw


van molens te benutten. Over een afstand van ongeveer een

kilometer daalt de beek circa 9 meter. De beek stroomde


oorspronkelijk richting Tegelen en pas vanaf 1662 via de

Sloterbeek en de Grote Beek in de Vestingstad Venlo. Dit


geschiedde door gebruik te maken van twee watermolens. De

hoger gelegen molen werd de Bovenste Molen genoemd en


haalde water uit de Bovenste Molenplas, de andere

watermolen heet de Onderste Molen en haalde water uit de


Onderste Molenplas. Beide molenvijvers werden op peil

gehouden door de Sprank- oftewel de Sprunkbeek, die door

bronnen werd gevoed.



De beek stroomde door een dal (Molenbeekdal) en is gelegen Romerhuis


tussen Venlo en Tegelen.


De beek stroomde vanaf de Onderste en Bovenste Molen als


de Sloterbeek naar de zuidoost kant van de stad het

Kloosterkwartier in. Vanaf daar stroomde de beek als de


Grote Beek door de Grote Beekstraat en werd onder andere

door de Italiƫmolen door de wijk Klein Italiƫ naar de


Maas geleid (zie rechter pagina). De beek werd vooral

gebruikt als open riool. Burgemeester Van Rijn maakte daar in


het begin van de 20e eeuw een eind aan en dempte de beek.


-60- -61-
   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66