Page 4 - Bovenste & Onderste Molen
P. 4
Op ruim een half uur afstand en ten Z.O. der stad Venloo,
strekt zich een zandig en heuvelig terrein uit, dat overigens de
geheele Limburgsche Oostgrens tusschen Pruissen en
Nederland vormt.
Op een gedeelte van dit terrein, boven den onderste
houtmolen, ging men het eerste ontginningswerk toepassen en
herschiep men in korten tijd de dorre heide in een vruchtbaar
landbouw, weshalve men dit het Vruchtendal noemde. Een
Venloosch burger, eigenaar van dit terrein, wilde aldaar eene
woning bouwen. De noodige materialen, tot het opbouwen
van het huis onmisbaar, waren reeds aangevoerd en men
begon met het graven van een waterput.
Toen men op de noodige diepte was gekomen en men het
eerste water vond, ging men in een nabij gelegen huis een
glas halen om het water te proeven. Plotseling schiet de
omringende grond der kuil in, en bedolf een man die er
jammerlijk den dood in vond. Drie dagen lang heeft men
gegraven, alvorens het lijk te vinden. Terzelfder plaatse ziet
men heden nog een diepe kuil, die den naam draagt van
Ingevallen Put. Later heeft men de woning een eind van de
plaats des onheils en wel op de helling des bergs gebouwd en
noemde toen deze plaats niet meer Vruchtendal , maar
‘Jaomerdal’.
Uit: De Maasgouw, 1880 /nr. 2 ‘Jaomerdal’
-04- -05-
strekt zich een zandig en heuvelig terrein uit, dat overigens de
geheele Limburgsche Oostgrens tusschen Pruissen en
Nederland vormt.
Op een gedeelte van dit terrein, boven den onderste
houtmolen, ging men het eerste ontginningswerk toepassen en
herschiep men in korten tijd de dorre heide in een vruchtbaar
landbouw, weshalve men dit het Vruchtendal noemde. Een
Venloosch burger, eigenaar van dit terrein, wilde aldaar eene
woning bouwen. De noodige materialen, tot het opbouwen
van het huis onmisbaar, waren reeds aangevoerd en men
begon met het graven van een waterput.
Toen men op de noodige diepte was gekomen en men het
eerste water vond, ging men in een nabij gelegen huis een
glas halen om het water te proeven. Plotseling schiet de
omringende grond der kuil in, en bedolf een man die er
jammerlijk den dood in vond. Drie dagen lang heeft men
gegraven, alvorens het lijk te vinden. Terzelfder plaatse ziet
men heden nog een diepe kuil, die den naam draagt van
Ingevallen Put. Later heeft men de woning een eind van de
plaats des onheils en wel op de helling des bergs gebouwd en
noemde toen deze plaats niet meer Vruchtendal , maar
‘Jaomerdal’.
Uit: De Maasgouw, 1880 /nr. 2 ‘Jaomerdal’
-04- -05-